Sziget: Island of Freedom

Het festival Sziget (letterlijk vertaalt: eiland) wordt gehouden op het Óbudai Island In Boedapest. De eerste editie vond in 1993 plaats onder de naam Diáksziget, oftewel studenteneiland. Door de jaren heen is het uitgegroeid tot een van de grootste festivals van Europa met in 2016 bijna een half miljoen bezoekers. De afgelopen jaren zijn ze vooral bezig geweest met groeien, maar ze hebben bijna de capaciteit bereikt van aantal bezoekers. In 2011 zijn ze gestart met ‘The Island of Freedom’. Sindsdien ligt de nadruk vooral op de fine-tuning van het festival. Er wordt steeds meer aandacht gegeven aan de aankleding en diversiteit van het festival. Het festival is commercieel gegroeid, maar ze proberen hun waarden nog steeds in het festival naar voren te laten komen.

Het belangrijkste uitgangspunt van het festival is de beleving, dit is te zien aan de aankleding van het eiland, maar vooral aan de diversiteit die het festival biedt. Naast de verschillende muziekstijlen wordt er veel aandacht besteed aan maatschappelijke en politieke thema’s. Er is een ‘mirrorroom’ die er speciaal is voor homoseksuelen en lesbiennes, een ‘tent without borders’ waar workshops en tentoonstellingen zijn over vluchtelingen, ook is er een speciaal ‘art’ gedeelte waar verschillende kunst te koop is en waar verschillende kunstwerken zijn gemaakt uit hout, bloemen en andere natuurlijke materialen. Als je even tot rust wil komen kan je naar het strand waar verschillende zitgelegenheden zijn en waar loungemuziek gedraaid wordt. Ook is er een circustent waar verschillende optredens gegeven worden. Het luminarium is een grote plastic tent die afgesloten wordt, waar door het zonlicht verschillende kleuren zijn. Hier kun je in rondlopen en met elkaar zitten. Dit alles maakt Sziget onderscheidend aan de andere muziekfestivals. 40% van de ticketverkoop wordt dan ook verkocht voordat überhaupt de line-up bekend is.



Om iedereen zich zo veilig mogelijk te laten voelen is er weinig zichtbare beveiliging. Er loopt veel beveiliging rond, maar die zijn verkleed als burgers zodat iedereen zich nog even vrij kan voelen, zoals ze uit willen dragen op een ‘Island of Freedom’.
Er zijn natuurlijk verschillende sponsoren, maar in plaats van dat er spandoeken opgehangen worden proberen de directeurs te stimuleren dat de sponsors op een andere manier zichzelf laten zien. Dit doen ze door een ‘experience’ weg te zetten op het festival. Deze beleving vind je vooral in de vorm van attracties of spelletjes. Ongeveer de helft van het budget wordt besteed aan de beleving van het festival, horeca, medewerkers, beveiliging en infrastructuur.

Na een week van feesten en muziek zijn ze nog twee weken bezig om het eiland terug te brengen naar originele staat. Het festival is commercieel heel belangrijk voor de stad Boedapest en Hongarije, want het brengt veel toerisme naar de stad en het land. Veel mensen bezoeken tijdens hun verblijf in Boedapest dan een badhuis om even tot rust te kunnen komen na een paar dagen feesten.

Ook aan de ecologische voetprint is gedacht op het festival. Ze doen veel aan recycling en aan afval scheiden. Voor de horeca zijn er steeds strengere regels; het moet recyclebaar zijn en er mag steeds minder plastic gebruikt worden. Toen het festival in 1993 startte was het eiland in een slechtere staat dan nu, omdat het iedere keer steeds beter wordt opgeknapt. De tenten die achterblijven op het festival worden aan de vluchtelingen gegeven. Na de week van het festival is er ook bijna niemand meer die op het eiland loopt, omdat het verder onbewoond is. Er lopen hoogstens wat mensen om hun hond uit te laten.

Er zijn verschillende mogelijkheden om op het eiland te komen. Mocht je niet op het eiland slapen zijn er diverse mogelijkheden om terug naar de stad te gaan, afhankelijk van de tijd. Er rijden bussen, een HEV-trein en er gaat een ferry van en naar de Buda- en de Pest-zijde. De trein rijdt tot laat door en komt om de 10 minuten. De ferry terug naar de stad kun je tot ongeveer 1 uur ’s nachts nemen. Als je de ferry ’s-avonds terug neemt, heb je vanaf de rivier een prachtig uitzicht over de verlichte stad. De sierlijke gebouwen zoals het parlement en het ‘Castle District’ lijken bijna goud verlicht wat het een sprookjesachtig beeld maakt.

Eten en drinken

Als je in Hongarije bent geweest zijn er een paar dingen die je zeker geproefd moet hebben. Fröccs (spreek uit als frutsj) (rosé met spa rood), palinka en unicum zijn daar de bekendste drankjes. In Boedapest zie je dat heel veel Hongaren Fröccs drinken. De hoeveelheid rosé en spa rood zijn zelf samen te stellen. Palinka is een sterk alcoholische drank die te verkrijgen is in verschillende smaken. In de Hongaarse keuken vind je veelal goulash en ratatouille. Typerend voor de Hongaarse keuken zijn de paprika’s en pepers. Goulash en ratatouille worden beiden een paar uur lang gestoofd in een grote ronde stoofpan die boven vuur hangt.